Blankvoorns met twee zenders (onderzoek)

3262
14 sep 2022

In de Westerwoldse Aa zwemmen ruim dertig blankvoorns met twee zenders rond. Deze vissen zijn in opdracht van Hogeschool Van Hall Larenstein en Waterschap Hunze en Aa’s door medewerkers van Sportvisserij Nederland gemerkt om de passeerbaarheid van het stroomgebied van deze heringerichte laaglandbeek te onderzoeken.

'Als waterschap zijn we samen met vele andere partijen in Westerwolde bijna dertig jaar bezig geweest om het beeksysteem van de Westerwoldse Aa opnieuw in te richten. Deze voorheen rechtgetrokken watergang vol met obstakels die de vistrek belemmerden, is mede dankzij het Waddenfonds nu weer vanaf zee tot bijna aan de bron vrij optrekbaar voor vis”, zegt Peter Paul Schollema, aquatisch ecoloog bij Waterschap Hunze en Aa’s.


De Westerwoldse Aa is vanaf de spuisluis van Nieuwe Statenzijl tot aan de bron bijna weer optrekbaar. Onderzoek met blankvoorns moet uitwijzen hoe vissen het beeksysteem gebruiken.

De flinke opknapbeurt van het tachtig kilometer lange traject – van het Bargerveen in Zuidoost-Drenthe tot de spuisluizen van Nieuwe Statenzijl bij de Dollard – omvatte het verwijderen van 47 knelpunten die trekvis het leven zuur of zelfs onmogelijk maakten. “Dat was vooral bedoeld voor diadrome vissen zoals de aal, spiering en driedoornige stekelbaars, maar andere vissoorten profiteren ook van de verbeterde migratiemogelijkheden en heringerichte leefgebieden. Zoals de blankvoorn.”


Peter Paul Schollema, aquatisch ecoloog bij Waterschap Hunze en Aa’s.


Vrije doorgang

Deze vissoort zat tot voor kort ‘opgesloten’ tussen de stuwen in de gekanaliseerde beek. Schollema: “In het ene gedeelte waren  bijvoorbeeld de paaiomstandigheden goed, terwijl het andere juist veel voedsel bood. Nu kunnen ze binnen het hele stroomgebied in vrijheid plaatsen opzoeken die bieden wat ze nodig hebben. Of en hoe de blankvoorns dit doen, onderzoeken we de komende jaren als onderdeel van het Waddenfondsproject ‘Ruim Baan voor Vissen 2’. Werken de vismigratievoorzieningen? Zien we mogelijk knelpunten over het hoofd? Of gebruiken de vissen andere routes dan gedacht?”

Andere interessante vragen waar de onderzoekers graag antwoorden op willen krijgen zijn onderdeel van een groter geheel. “Paaien de blankvoorns steeds op dezelfde plekken? Is er wellicht uitwisseling met andere systemen? En is de populatie één groot bestand of is die opgebouwd uit meerdere deelbestanden?”

Op detailniveau

Om daar beter zicht op te krijgen zijn in het voorjaar van 2021 en 2022 ruim dertig volwassen blankvoorns gezenderd door Sportvisserij  Nederland in samenwerking met Hogeschool van Hall Larenstein en Visadvies. Deze vissen zijn gevangen door het monitoringsteam van Sportvisserij Groningen Drenthe in samenwerking met visserijbedrijf Vos en op de vangstlocatie door middel van een chirurgische ingreep – onder volledige verdoving – voorzien van twee verschillende zenders in hun buikholte.



De blankvoorns zijn op de vangstlocatie door middel van een chirurgische ingreep – onder volledige verdoving – voorzien van twee verschillende zenders in hun buikholte.

“De ene is een akoestische zender met een levensduur van circa twee jaar. De andere zender is een PIT-tag met een ongelimiteerde levensduur”, licht Schollema toe. “Door gebruik te maken van beide typen zenders is het mogelijk om in detail te kijken naar zowel de migratieroutes in de grotere beken en kanalen van het systeem, als naar de migratie in smallere watergangen, vistrappen en aangrenzende gebieden buiten het systeem van de Westerwoldse Aa.”


PIT-meetnet Westerwolde

Lange termijn

De eerste onderzoeksresultaten wijzen erop dat de blankvoorns veel rondtrekken. “De aanname was dat de brakke en voedselrijke  polders en kanalen in het noordelijke deel van het stroomgebied een grote aantrekkingskracht uitoefenen. De vissen hier worden niet voor niets zo groot: met een lengte van maximaal zo’n 35 tot 40 cm zijn het bakbeesten van blankvoorns – vanwege hun formaat ook wel ‘klompvoorns’ genoemd.

Bij het gemaal Hongerige Wolf zien we dat ze veel gebruikmaken van de vispassage, dus het idee van migratie naar voedselrijke gebieden lijkt te kloppen.” Om een volledig beeld te krijgen blijven de onderzoekers ook op de lange termijn monitoren hoe de blankvoorns het systeem en de andere vispassages gebruiken. “Je moet de levenscyclus van een vissoort doorlopen om alle informatie op een rijtje te krijgen. Die van de blankvoorn in dit systeem beginnen we net een beetje in het vizier te krijgen.”


Indicatorsoort

 
Door meer leefgebieden – zoals zijbeken en polders, de haarvaten van het stroomgebied – te ontsluiten en zogenaamde  relictbestanden van het oude beeksysteem met elkaar te verbinden, hopen de betrokken partijen een groter, robuuster en gezonder geheel te creëren.

“De effectmonitoring van de maatregelen zal moeten uitwijzen of de blankvoorn weet te profiteren van de verbeteringen die we in gang hebben gezet. Daar hopen we uiteraard op, want de blankvoorn is niet alleen een vertegenwoordiger van het noordelijk zeekleigebied, maar ook een indicatorsoort voor vismigratie. Weet die zijn weg te vinden in het beeksysteem van de Westerwoldse Aa, dan profiteren andere vissoorten daar eveneens van.”



Gewone vis, maar wel heel belangrijk


Hoewel de blankvoorn wellicht wat ‘gewoontjes’ mag lijken voor een dergelijk uitgebreid onderzoek, is de soort volgens Schollema een essentieel onderdeel van het ecosysteem. “Al is het maar omdat Rutilus rutilus een belangrijk deel van het visvolume in de  Westerwoldse Aa omvat en daarmee ook een belangrijke voedselbron is voor allerlei roofvissen en vogels. Bovendien komt deze soort gedurende het jaar verspreid voor in het gebied, zowel in de zoete als brakke delen van het systeem.



In het voorjaar kan blankvoorn richting de meer stroomopwaarts gelegen ondiepere, begroeide delen trekken om zich daar voort te planten. Bij deze paaitrek over meerdere kilometers zijn ze gevoelig voor belemmering door barrières als stuwen en sluizen.” Door inzicht te krijgen in hun verspreiding en migratieroutes kan de benutting en passeerbaarheid van het systeem – inclusief die van de bijbehorende migratievoorzieningen – goed in beeld worden gebracht.

Bron: Hét VISblad - okt 2022

Gerelateerde berichten
05 aug 2022 Pijlstaartroggen Oosterschelde gezenderd 2217 Eind juni zijn zeven pijlstaartroggen uit de Oosterschelde voorzien van een speciale zender. Dit nieuwe onderzoek borduurt voort op het programma Sharkatag en is uitgegroeid tot een mooie samenwerking tussen onderzoeksinstituten, beroepsvisserij en sportvisserij. 05 aug 2022 Jonge steurtjes eindelijk op komst! 3010 Het Franse kweekstation voor de kritisch bedreigde Europese steur meldt na zeven weer succesvolle voortplanting. De jonge steurtjes worden geboren om hopelijk in het voorjaar van 2023 in het wild uitgezet te worden en de populatie weer aan te vullen. 04 aug 2022 Waddenzee kraamkamer voor ruwe haai 1736 Onderzoekers van Swimway Waddenzee hebben in juli verschillende pasgeboren ruwe haaien gevangen rond Terschelling en Ameland. Deze vangsten sluiten aan bij de signalen van garnalenvissers die aangeven af en toe jonge haaien aan te treffen in hun vangst. Daarmee lijkt het erop dat de Waddenzee wordt gebruikt als geboortegrond voor ruwe haai. 28 jul 2022 Terugkijken: onderzoek naar mysterieuze kwabaal (video) 2229 De kwabaal is onlangs herontdekt in Friesland, waar de vis al lange tijd was uitgestorven. Onderzoek en maatregelen van Sportvisserij Nederland en diverse partners zorgen voor een terugkeer van deze soort in de Nederlandse wateren. Verschillende media pakten het nieuws op. Zo berichtte EenVandaag over het project Swimway Vecht. 06 jul 2022 Nieuw merkprogramma ruwe haai 3466 In het kader van nieuw onderzoek naar ruwe haaien langs de Nederlandse kust zijn halverwege juni op de Oosterschelde de eerste drie ruwe haaien voorzien van een zender. Dit als onderdeel van het merkprogramma voor haaien en roggen dat Sportvisserij Nederland en Wageningen Marine Research in 2011 zijn gestart. 04 apr 2022 Swimway Vecht: vismigratie in kaart (video) 3466 Waar in de Overijsselse Vecht liggen de belangrijkste migratieknelpunten voor trekvis en hoe is de vismigratie in het gehele riviersysteem – vanaf de bron van de Vecht in Duitsland tot aan de zee en weer terug – te verbeteren? Deze vragen stonden centraal in het Nederlands-Duits onderzoek Swimway Vecht, dat in 2019 startte en onlangs werd afgerond. Het eindrapport bevat leerzame conclusies en laat zien dat er volop perspectief is voor verbetering. 27 jan 2022 Snoekbaars zwemt 550 kilometer 3315 Een vijf jaar geleden in het Haringvliet gezenderde en in de Noordzee uitgezette snoekbaars is onlangs opgedoken in het Duitse Mannheim. Na minstens 550 kilometer door de Rijn te hebben gezwommen eindigde de reis in de netten van een beroepsvisser. Dit is opvallend voor een vissoort waarvan altijd werd gedacht dat het een standvis is.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.